Leopold Frans Jan Jacob Joseph van Sasse van Ysselt

Jonkheer Leopold Frans Jan Jacob Joseph van Sasse van Ysselt was een van de vooraanstaande figuren uit de 19e-eeuwse Boxmeerse gemeenschap. Niet alleen plaatselijk maar ook landelijk speelde Sasse een rol van betekenis. Hij is op 2 september 1778 te Boxmeer geboren als de zoon van Gerbrand Ignatius van Sasse van Ysselt en Maria Cornelia Magdalena de Raet van de Weijer. Niet alleen Leopolds vader kwam uit een aanzienlijke Boxmeerse familie. Leopold was via zijn moeder ook familie van De Raet, de familie waaruit al sinds mensenheugenis de drossaards van Boxmeer voortkwamen.

De jonge Leopold studeerde rechten in Leuven en Leiden, maar haalde nooit het einddiploma. Op 1 september 1815 werd hij bij Koninklijk Besluit benoemd tot lid van de Tweede Kamer voor Noord-Brabant. In 1818 werd hij bij zijn periodiek aftreden niet herkozen. Enige jaren later kon hij opnieuw lid van de Tweede Kamer worden, nu namens de ridderschap van Noord-Brabant.

Sasse was zeer koningsgezind, maar kwam ook op voor de positie van de rooms-katholieken in Nederland. Hij nam geen blad voor de mond als hij meende dat het moment daar was om iets te zeggen. Zo hield hij op 19 december 1828 bij gelegenheid van de begrotingsbehandeling weer eens een felle rede over de onderdrukking van het katholieke volksdeel. Door zijn heftigheid bewerkstelligde hij juist het tegendeel. De Noordelijke kamerleden stemden als gevolg van zijn rede voor de begroting, die het net haalde met 53 stemmen voor en 51 stemmen tegen.

De Belgische afscheiding vond bij Sasse geen enkele steun. Dat was niet alleen uit solidariteit met het koningshuis, maar ook om een heel praktische reden. De afscheiding van België (waartoe hij ook Limburg rekende) zou betekenen dat nog maar 30% van de Nederlandse bevolking rooms-katholiek zou zijn. Hij was bang dat daardoor hun belangen nog verder in het gedrang zouden komen. Op 28 februari 1844 sprak hij zijn laatste woorden in de Tweede Kamer, op 21 maart 1844 overleed hij.

Voor Boxmeer heeft Sasse nog iets heel praktisch betekend: op 7 mei 1806 kocht hij het verbeurd verklaarde kasteel met bijbehorende goederen van de Staats Domeinen. Het kasteel bleef ruim 70 jaar in de familie en daardoor behouden voor het nageslacht.

Door Rien Wols van het BHIC