Benedictus Buns

Benedictus Buns, Benedictus à sancto Josepho, geboren Buns, ook Buns Gelriensis (Geldern , bij Kevelaer) in het huidige Duitsland), 1642 - Boxmeer, 6 december 1716 was een geestelijke en componist.

In 1659 trad Buns in de Karmelietenorde in Geldern en nam hij de naam Benedictus à Sancto Josepho aan. In 1660 legde hij daar zijn kloostergeloften af. Zes jaar later in 1666 ontving hij zijn priesterwijding.

Ergens tussen 1666 en 1671 is hij onder zijn kloosternaam Benedictus à Sancto Josepho naar het in 1653 opgerichte Karmelietenklooster in Boxmeer gekomen. In de periodes 1671-1674, 1677-1683, 1692-1701, 1704-1707 was hij daar subprior. Van 1679 tot aan het eind van zijn leven was hij ook 'titularis' en organist van het klooster en Buns had de beschikking over het orgel dat de Mechelse orgelmaker Blasius Bremser in 1677 in de Petruskerk had geplaatst. Dat het klooster nauwe banden had met de heren van Boxmeer, blijkt wel uit het feit dat hij zich op de titelbladzijde van zijn opus IX uit 1699 Aulae Bergis phonascus et organista ofwel 'zangmeester’ en organist noemde van Oswald III van den Bergh in Boxmeer en van de familie van den Bergh in 's-Heerenbergh. Boxmeer was in de zeventiende eeuw een katholieke enclave in het door de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden bestuurde deel van het oude hertogdom Brabant. Buns beschouwt zich als de "huiscomponist" van de familie van den Bergh. Met Oswald III en zijn gemalin Maria Leopoldina onderhield Buns vriendschappelijke betrekkingen, wat ook op te maken is uit een bewaarde brief uit 1688. Oswald III was de zoon van Albert van den Bergh, de stichter van het Boxmeerse klooster. Benedictus Buns kreeg ook naam als orgelexpert en orgeladviseur.

Het orgel in de Basiliek van Boxmeer dat Buns bespeelde.

In 1688 was Buns betrokken bij de voltooiing en de uitbreiding van het Bremser-orgel in Boxmeer door Jan van Dijck. In 1703 keurde Buns het Ruprecht(III)-orgel, dat gebouwd was voor de kapel van het Karmelietessenklooster Elsendael in Boxmeer en hij deed hetzelfde in 1706 met het nieuwe orgel van het klooster in Geldern.

Buns overleed op 6 december 1716 en werd opgevolgd door Cecilius à Sancto Gerardo. Als organist was Buns in Boxmeer zelf de opvolger geweest van Hubertus à Sancto Joanne Vlaminck (1633-1679), die daar organist was van 1668 tot 1679.

Postuum, vijf jaar na zijn overlijden, verscheen het door hem samengestelde Manuale Chori, een bundeling van de muziek die een monnik/kloosterling in het koor nodig had.