De Latijnse school
De Latijnse school

De Latijnse school

De vrijheerlijkheid Boxmeer in de 17e en 18e eeuw, een katholieke enclave in het achtergestelde generaliteitsland Brabant, een vruchtbare bodem vormde voor studie en cultuur. Het initiatief hiertoe kwam van de autoritaire graaf Albert Oswald van den Bergh met het verzoek aan de Belgische Karmelietenorde, in Boxmeer een klooster te stichten.

Graaf Albert

In de stichtings- oorkonde van 20 november 1652 werd als voorwaarde opgenomen, de opdracht een school op te richten en “de leerlingen de ‘artes liberales’ en de ‘rhetorica’ te onderwijzen”. In 1658 werd hieraan beantwoord door binnen de muren van het klooster de Latijnse school te vestigen In 1707 kreeg de school een eigen gebouw.

De Latijnse school, waarvan de straatgevel is voorzien van gepleisterde vensteromlijstingen, jaartalankers (1707) en een in- en uitgezwenkte topgevel met een portretbuste in de top.

De Latijnse scholen in de katholieke enclaves in en rond Brabant, opgericht en geleid door reguliere geestelijken, vormden als godsdienstige en culturele centra een tegenwicht tegen de protestantisering van Staats-Brabant.

Het waren de katholieke families uit de maatschappelijke bovenlaag en de adel, die kozen voor katholieke onderwijs voor hun zonen. Het ‘Liber Studiosorum’, het boek van de Latijnse school van Boxmeer van 1713 tot 1811 beschrijft een eeuw schoolgeschiedenis en geeft de namen van alle leerlingen over die periode en hun herkomst. Een derde deel tot de helft van hen is afkomstig uit Boxmeer en de naaste omgeving, anderen komen uit verre plaatsen in Holland of Zuid-Nederland, uit plaatsen als Amsterdam, Den Haag, Gent of Brugge. 

Een van de studenten aan de Latijnse school was de voor Boxmeer bekende:

Godefridus Engelbertus van Odenhoven (1653-1718), de jongste zoon van mr. Reiner van Odenhoven, was ook student van de Latijnse school in Boxmeer, alvorens hij ging studeren voor doctor medicinae, vermoedelijk in Leuven, waarna hij zich vestigde als huisarts in het nieuwe huis Van Odenhoven aan de Steenstraat te Boxmeer. Na zijn huwelijk in 1685 met Johanna de Hoogh kreeg het echtpaar Van Odenhoven – de Hoogh vele kinderen, waarvan er enkelen reeds op jeugdige leeftijd stierven. Vier van hun zonen werden leerling van de Latijnse school.

Lees het hele verhaal door op de regel hieronder te klikken

Godefridus van Odenhoven. 

Boek over de Latijnse School, uitgegeven met medewerking Historische Vereniging Nepomuk Boxmeer:

 A.T.S. Wolters‑ Van der Werff De Latijnse School van de paters Karmelieten. Een puzzelstukje in de geschiedenis van Boxmeer 1993. ISBN 90 70336 32 4.

Heel wat jongens uit Boxmeer en omstreken hebben tussen 1658 en 1832 deze school bezocht. Een goede en goed‑katholieke school. De lessen en toneeluitvoeringen vormden een offensief tegen de gereformeerden. De geschiedenis van de school wordt geplaatst in het bredere kader van de roerige tijden waarin de school bestond.