Grindweg van Grave tot Maashees

Grindweg van Grave tot Maashees en de Limburgse Grenzen. 1844-1852.

Lang 34,400 ellen.

1 el is ongeveer 70 cm.

In 1838 begon men in het land van Cuyk hier en daar de wegen te verbeteren, doch de ingezetenen waren niet eens, of de hoofdweg langs de Maas of langs de Peel zou lopen. Eindelijk werd bepaald, dat de weg langs de Maas provinciaal zou worden. Men ondervond nog al tegenwerking met het onteigenen van enigen gronden, waarover deze weg stond gelegd te worden. Weldra was de zaak rond en nu werd de grindweg van Grave door Gassel, tot aan de Limiet van Beers, (lang 4878 ellen ), op 20 October 1844, voor de som van 13,900 gulden aanbesteed.

De begrinding van den Maasdijk tussen Grave en de Veegtas, en het daarstellen der aarden baan, met de begrinding op het overige gedeelte, had nog hetzelfde jaar plaats. Op 28 October van 1844 werd, voor een som van 10,175 gulden de aarden baan onder Beers, ter lengte van 2930 ellen. Aanbesteed, en in September 1846 was de weg geheel voltooid. Ook werd toen een houten brug in de traversen van de Beerse Maas en de nodige houten duikers in deze baan gelegd.

De voortzetting van de grindweg, van de grensscheiding van Beers tot aan de keistraat te Cuijk, ter lengte van 2667 ellen, werd voor een som van 6200 gulden op 31 maart 1845 aanbesteed, en was in September 1846 voltooid.

Het volgende gedeelte van de weg, van de keibestrating te Cuijk tot de Keistraat in Boxmeer, werd op 10 November 1846 aanbesteed, en was in october 1847 klaar.

De voortzetting van deze weg, tussen Boxmeer en het einde van de kom van Vierlingsbeek, ter lengte van 6990 ellen, werd op 21 maart 1848 voor 13,400 gulden aangenomen en op 23 Januari 1849 voltooid.

Eindelijk had op 30 October 1849 de aanbesteding plaats van het laatste vak tussen Vierlingsbeek en Maashees., voor de som van 7900 gulden. In 1850 was de gehele weg klaar. Op deze weg bevonden zich in 1850 tien tollen, die 1190 gulden opbracht, doch in 1851en 1852 elf tollen, die voor 1515 en 1850 gulden gezamenlijk verpacht zijn.

Omtrent het onderhoud der traverse te Boxmeer hebben de Staten ene schikking getroffen. Aldaar was het grootste gedeelte van de kom reeds vöör 1740 met keien belegd, gelijk ook twee straten te Cuijk. De traverse van Cuijk was 350, die van Boxmeer 576 ellen lang.

MH