Het verhaal van Johannes Nepomucenus
Het verhaal van Johannes Nepomucenus

Het verhaal van Johannes Nepomucenus

JOHANNES NEPOMUK 

Johannes Nepomuk is vooral in Midden-Europa een bekende brugheilige. Op bruggen waren vroeger vaak kapelletjes, of nissen met een beeldje van de heilige aan wie de brug was gewijd. De buurtbewoners zorgden voor kaarsen, die 's avonds in de nis werden ontstoken. 

De beeldjes of de kapelletjes hadden vaak een praktisch doel. In veel gevallen duidden zij ten behoeve van schippers de plaats aan waar de veilige vaargeul onder de brug liep. 

De heilige moest natuurlijk ook de brug voor instorten behoeden. Maar ook het volksgeloof dat onder bruggen zich heksen en allerlei boze geesten zouden ophouden, was aanleiding om een beeld van de brugheilige op of bij de brug te plaatsen. 

Johannes Nepomuk is in vele katholieke landen de brugheilige bij uitstek. Er staat ook een beeld van hem op de Karelsbrug te Praag en Johannes Nepomuk is ook de schutspatroon van Bohemen. 

Vermoedelijk zeer geromantiseerd komt het verhaal van Johannes Nepomuk op het volgende neer.

Hij vertoefde als priester aan het hof van koning Wenceslas IV van Bohemen, die van 1378 tot 1400 bovendien Rooms-Koning was. Johannes Nepomuk was biechtvader van de echtgenote van Wenceslas, koningin Sofie. Op een keer werd aan 's konings tafel een kuiken opgediend dat bedorven bleek. De koning gaf toen in een aanval van woede opdracht de kok aan het spit te steken en levend te verbranden. 

Johannes Nepomuk verzette zich hiertegen en werd in de kerker geworpen, terwijl de kok ter dood werd gebracht.

De wantrouwende Wenceslas, die de moeilijkheden met de Boheemse adel niet de baas kon worden, verdacht zijn vrouw van oneerbare betrekkingen en liet haar gevangen zetten. Haar biechtvader Nepomuk zocht haar op en nam haar de biecht af. 

Na een van die bezoeken eiste de koning van de biechtvader dat hij hem zou vertellen wat de koningin hem bij de biecht had toevertrouwd. Johannes Nepomuk weigerde. Het biechtgeheim was hem heilig. Hij werd gefolterd, maar bleef bij zijn weigering, waarop Wenceslas hem aan handen en voeten gebonden te middernacht over de brug van de rivier de Moldau liet werpen. Er worden tal van wonderen vermeld die verband houden met deze moord, die in het jaar 1393 werd gepleegd. 

Zo zou de rivier zijn drooggevallen toen het lichaam van de martelaar het water raakte. Boven de brug werden lichtende stralen waargenomen. Andere overleveringen vertellen dat het lichaam op de Moldau bleef drijven terwijl vijf sterren een aureool om het hoofd van de verdronkene vormden. 

De feestdag van Johannes Nepomuk, en in dat licht valt te begrijpen, de patroon van de biechtvaders, is op 16 mei. Zijn beeld werd op de Karelsbrug in Praag gezet en wel op de achtste pijler als men van de Altstadtertorne komt. Eeuwenlang kwamen bedevaartgangers naar de Karelsbrug om de heilige eer te bewijzen. Uit Bohemen, Moravië en Hongarije stroomden tussen 16 en 24 mei de pelgrims er samen. Er kwamen er dan vaak zoveel dat het gewone verkeer over de brug gestaakt moest worden. 

Als heilige die de marteldood in het water was gestorven, placht men Johannes Nepomuk ook aan te roepen bij grote droogte. 

Ook riep men hem aan om bijstand bij laster of valse aanklacht. 

Die Karelsbrug in Praag was overigens ook voor de pelgrims een bezienswaardigheid door de rijke versiering van de pijlers met 28 beelden van mannelijke en vrouwelijke heiligen. 

Het bronzen beeld van Sint-Johannes Nepomuk werd er in 1683 geplaatst.