Jad uit Boxmeerse synagoge weer thuis !
Jad uit Boxmeerse synagoge weer thuis !

Jad uit Boxmeerse synagoge weer thuis !

Een zilveren Jad uit de voormalige Boxmeerse Synagoge is na ruim 70 jaar weer teruggevonden in Israël en werd 22 februari tijdens een bijzondere bijeenkomst weer overgedragen aan de Boxmeerse gemeenschap. Burgemeester Van Soest toonde zich zichtbaar onder de indruk van het voorwerp dat van grote cultuur-historische én emotionele waarde is.

Precies een jaar geleden werd de ontdekking gedaan door voorzitter Dick Jetten van de Historische Vereniging Nepomuk Boxmeer. Hij trof het bij grote toeval aan bij een klein onbekend veilinghuis in Tel Aviv en mobiliseerde direct het bestuur van de vereniging om te bekijken of en hoe het religieuze voorwerp voor Boxmeer veiliggesteld kon worden. Er werd vervolgens intensief onderzoek gedaan naar de herkomst, de authenticiteit en de waarde van het stuk. Daarbij werd ondermeer het Joods Historisch Museum in Amsterdam, het Nederlands Israëlitische Kerkgenootschap en Boxmerenaar Van Kampen, kenner van het Hebreeuwse schrift ingeschakeld. Want op de handgreep stond een Hebreeuwse inscriptie die letterlijk vertaald “Heilige Gemeente Baksmaar” luidde. Nadat alle adviezen eenduidig de bevestiging opleverden dat het om een authentiek en waardevol object ging, werd de aankoop door de vereniging uit eigen middelen gefinancierd. Gistermiddag werd de Jad in Grand Café de Douairiere, een locatie met eveneens Joodse achtergrond, tijdens een besloten bijeenkomst gepresenteerd. ’s Avonds werden de leden van Nepomuk tijdens de Jaarvergadering eveneens op de hoogte gebracht van de belangrijke aankoop.

SYNAGOGE In 1944 werd de Joodse Synagoge aan de Rapenstraat gesloopt, en verdween de tastbare herinnering aan de aanwezigheid van de Boxmeerse Joden die allen in de concentratiekampen van de Nazi’s waren vermoord. Hoogstwaarschijnlijk zijn er enkele bezittingen van deze kerk, door de toenemende dreiging van de oorlog, in veiligheid gebracht. Behoudens enkele gebedsboeken werd echter tot op heden vrijwel niets teruggevonden van deze Joodse geloofsgemeenschap. Het belangrijkste daarvan waren de drie Thora-rollen die de Boxmeerse Sjoel rijk was. Dit Oude Testament wordt minutieus met de hand geschreven op perkament van een koosjer dier, en samengebracht op een rol van bijna 16 meter lengte. Om tijdens het lezen uit de Thora te voorkomen dat het perkament vervuild door aanraking, maar ook om de tekstregels te volgen, wordt een Jad gebruikt Een Jad is een zilveren bladwijzer met aan het uiteinde een ‘Jad’, dat is het Hebreeuwse woord voor ‘Hand’. Na gebruik wordt de Thora in een kast, de Heilige Ark, opgeborgen en wordt de Jad met een ketting hieraan opgehangen. De Jad mag daarom beschouwd worden als een belangwekkend voorwerp binnen de Synagoge. En dit voorwerp is na een lange reis weer terug in Boxmeer

Wat deze Jad juist zo uniek maakt is dat op de greep dus de tekst Heilige Gemeente Boxmeer is gegraveerd. Ook de Jad van Cuijk, die zich in een particuliere collectie bevindt, heeft een dergelijke inscriptie. Vanwege de contacten die bestuurslid Theo Seijs in Israël heeft werd contact gelegd met de kleinkinderen van de Boxmeers-Joodse slager Jacob. Kleinzoon Alfred Drukker, thans woonachtig in Jerusalem, kwam vervolgens hoogstpersoonlijk naar Nederland om de Jad aan de vereniging Nepomuk te overhandigen.

Hij herinnerde zich zelfs nog levendig hoe zijn grootvader destijds de bladwijzer in de Boxmeerse Sjoel gebruikte tijdens het voorlezen uit de Thora. Dat uitgerekend hij als kleinzoon het kleinood naar Nederland heeft gebracht geeft aan hoeveel waarde gehecht mag worden aan de thuiskomst ervan.

Alfred Drukker sprak Historische woorden tijdens de overhandiging van de Jad tijdens het Pesach feest in April 2015 in Nederland.

Binnenkort zal de Jad een plaats krijgen in het Boxmeers gemeentemuseum. Inmiddels hebben zowel de Gemeente Boxmeer als enkele Boxmeerse ondernemers een financiële toezegging gedaan om de aankoop die Nepomuk gedaan heeft te subsidiëren.