Boxmeers Verenigingsleven
Boxmeers Verenigingsleven

Boxmeers Verenigingsleven

‘Het Boxmeers Verenigingsleven”, een terugblik op de tentoonstelling in 2009

Wie het over het Boxmeerse Verenigingsleven heeft, raakt de ziel van de Boxmeerse gemeenschap.

Nepomuk stond vooral stil bij verenigingen die in de periode 1880 tot 1950 actief waren. Na de oorlog nam de vrije tijd toe en daarmee steeg ook het aantal verenigingen explosief, vandaar dat de streep werd getrokken bij 1950.

Op cultureel, sportief en muzikaal vlak had Boxmeer ook vóór die tijd een bruisend verenigingsleven, zo liet de expositie zien. Natuurlijk kwam het toneel dat in de Katholieke Volksbond haar voorstellingen gaf, aan bod. En uiteraard ontbraken Metworst, Gilde en Harmoniegezelschappen ook niet aan de tentoonstelling. Er waren vele onbekende foto’s te zien van Olympia, waarvan een aantal in volle actie.

De kegelclubs waren talrijk: zo had je ‘Acht om de lange’, ‘Poedelhaat’ en ‘D.I.G’. De laatste werd opgericht onder de naam ‘Door Inspanning Genoegen’, maar maakte bekendheid onder de meer ondeugende naam ‘Duim In ’t Gat’.

Minder bekende clubs waren de ‘Boxmeersche IJsvereniging’, die tussen de twee Wereldoorlogen met ruim 280 leden zeer actief was en in de winterdag vele activiteiten op ‘De Meer’ bij het kasteel organiseerde.

De Wielrijdersvereniging Wilhelmina was tussen 1897 en 1914 actief, evenals  de ‘Postduivensociëteit’, de ‘Bijenvereniging’, en ‘Bridgeclub Frisch er Tegenaan’

Er was ook een ‘Société de la Pipe’ waar heren onder het genot van een pijp en een jonge klare gezellige avonden beleefden.

Het Carnaval kwam uiteraard uitgebreid aan bod, en de voorloper hiervan: de Bevrijdingsfeesten, direct na de oorlog, onder het organiserend comité van ‘Boxmeer Vooruit’.

Er werden ook vele andere gelegenheidscomités opgericht, zoals voor een jubilerende pastoor, de Volksbond of de uitbreiding van de St. Petruskerk in 1885 (!). Opvallend is wel hoe de geestelijkheid een stevige vinger in de pap hield opdat de jeugd niet al te ‘vrij’ werd.