Verloren gewaande beelden H. Bloedaltaar

Woensdag 07 juni 2023

VERLOREN GEWAANDE BEELDEN H. BLOEDALTAAR WEER TERIUG IN BOXMEER

Het behoeft geen nadere toelichting hoe waardevol de tradities en de waarden rondom de Boxmeerse Vaart zijn, wat deze traditie betekent als immaterieel erfgoed. Dat een gebeurtenis in de kerk van Boxmeer, in welke vorm dan ook, ertoe heeft geleid dat wij als gemeenschap al meer dan 6 eeuwen ons verenigen en samenkomen; dàt mag het echte wonder van Boxmeer genoemd worden.

De geschiedenis rondom de relikwie van het Heilig Bloed kent vele hoogte, maar ook dieptepunten. Hoogte en dieptepunten die ook treffend samenkomen in het altaarbeeld dat onze vereniging eind 2017 op het spoor kwam.

Het centrale punt waar alle tradities en gebruiken rondom het Bloedwonder samenkwamen, was altijd dat van het H. Bloedaltaar. Een dergelijk altaar kwam al sinds begin 16e eeuw voor in de St. Petruskerk. Er zijn in de loop der eeuwen maar liefst 5 verschillende, opeenvolgende altaren geweest in onze kerk. Op deze plek werd de relikwie bewaard en vereerd, werden offers gebracht en kaarsjes gebrand, werd gehoopt en gebeden, werden aflaten verdiend én, heel belangrijk, konden de mensen met eigen ogen zien wát er was gebeurd, in het jaar 1400... Want de centrale voorstelling op het altaar moest in één oogopslag het verhaal laten zien, zonder dat men hoefde te kunnen lezen. De weergave van het wonder moest zó duidelijk zijn dat geen enkeling nog hoefde te twijfelen dat het allemaal écht waar was...

De relikwie werd soms uit het altaar gehaald en naar veiliger oorden gebracht of verstopt, vanwege oorlogsdreiging. Maar er waren ook jaren dat er nauwelijks belangstelling was voor de verering van de Corporale. Zo ook in de eerste helft van de 19e eeuw, toen de reliek niet eens werd uitgestald in de kerk.

Daar kwam echter rigoureus verandering in toen vanaf 1854 de Bisschoppelijke hiërarchie werd hersteld, en een lange periode van ongekende euforie, optimisme, expansie en zelfvertrouwen ontstond voor de Katholieke kerk.

In de jaren die daarop volgenden onderging de 15e eeuwse St Petruskerk een ingrijpende restauratie en aanzienlijke uitbreiding om de grote drommen gelovigen aan te kunnen. In die jaren kreeg de verering van het H. Bloed een enorme impuls. Er moest dan ook een nieuw H. bloedaltaar komen, grootser en kostbaarder dan ooit tevoren. En dat kwam er dan ook.

Het Haagse atelier Te Poel en Stoltefus kreeg de eervolle opdracht om in Neo Gotische stijl een altaar te bouwen voorzien van het fijnste houtsnijwerk, polychromie en de kostbaarste materialen. Het zou uiteindelijk ruim 6,5 meter hoog worden...

De centrale voorstelling waarop het wonder werd uitgebeeld kreeg de meeste aandacht, deze voorstelling zou uitgroeien tot hét symbool van de Boxmeerse Vaart: op vaandels, prentjes, in publicaties, in gebrandschilderd glas en op elke denkbaar souvenir kwam deze voorstelling terug.

Het hoogtepunt van de euforie rondom de Boxmeerse Vaart zou het  5e eeuwfeest worden, met een centrale rol voor het H. Bloedaltaar

Het altaar doorstond de verwoesting van de kerk in 1944, maar in de nieuw gebouwde H. Bloedkapel was geen ruimte voor het 6,5 meter hoge gevaarte. Daarom werd het altaar in losse elementen uiteen gehaald en op verschillende plekken in deze kapel, los van elkaar, geplaatst.

Er dienden zich echter donkere jaren aan voor de Vaart: eind jaren ‘70 was de belangstelling voor zowel de processie als voor het H. Bloed tot een absoluut dieptepunt gekomen. In die tijdsgeest werd besloten de altaarstukken uit de kerk te verwijderen. Het voortbestaan van de processie hing bovendien aan een zijden draad. Maar de oprichting van het Comité Boxmeerse Vaart nam de organisatie over en wist Boxmeers oudste traditie te redden. Met als hoogtepunt het 6e eeuwfeest, in 2000, en de verheffing van onze kerk tot Basilica Minor.

In de Nepomukkapel organiseerde onze vereniging in dat jaar een tentoonstelling over 600 jaar Boxmeerse Vaart. En bij die gelegenheid gingen wij op zoek naar de eens zo belangrijke beeldengroep van het altaar. Al ons speurwerk ten spijt, we kwamen tot de conclusie dat het voorgoed verdwenen en verloren moest zijn.

Maar zaken kunnen soms een verrassende wending krijgen.

17 Jaar later namen verzamelaars van devotionaliae uit het Limbrurgse Panningen contact met onze vereniging op. Zij hadden een beeldengroep in hun bezit dat zij in een tuincentrum tussen de planten gevonden hadden. Zwaar gehavend, stuk-gezaagd, afgebladderd, incompleet, stond het daar, als decoratiestuk een treurig bestaan te lijden. Na enig speurwerk rees bij hen het vermoeden dat de beeelden wel eens uit Boxmeer afkomstig zouden kunnen zijn. En dat vermoeden werd bevestigd: het decorstuk bleek de beeldengroep te zijn uit het respectabele altaar van Te Poel en Stoltefus. Dat bleek al snel toen zij wat foto’s met de vereniging Nepomuk uitwisselden. Geen twijfel mogelijk ! Een afspraak werd snel gemaakt..

Oog in oog met de beelden was het inderdaad schokkend om te zien wat er resteerde van het eens zo mooie altaar. Maar de bestuursleden van Nepomuk werden ook gegrepen door het verhaal dat de beelden uitstraalden. Zij hadden een moderne beeldenstorm overleefd, en illustreren op treffende wijze de geschiedenis van onze parochiekerk, die van de Boxmeerse Vaart en in het bijzonder staan ze bijna symbolisch voor de veranderende tijdsgeest rondom de verering van het H. Bloed.

Daarom werd besloten om het beeld in de gehavende staat waarin het verkeerde te laten; de tand des tijds moest zichtbaar blijven. Boxmerenaar en houtbewerker Ligi Hermans, met een ruime ervaring op dit gebied, werd benaderd om de altaargroep te restaureren en te consolideren. Om te illustreren hoe het geheel er oorspronkeljik uitgezien heeft, werd een originele foto op werkelijke grootte op textiel gedrukt en achter de voorstelling geplaatst. Het resultaat is verbluffend. Tegen het decor van deze foto krijgt het beeld, op ooghoogte geplaatst,  een geweldige zeggingskracht. Het vertelt bijna letterlijk een verhaal. Het verbindt heden en verleden met elkaar, zet je aan het denken, het ‘spreekt’ geschiedenis.

Ten aanzien van deze nieuwe ontdekking is sinds 2018 veel gebeurd.

Wij zijn dhr. Ligi Hermans, kunstenaar en beeldhouwer uit Vortum Mullem heel veel dank verschuldigd. Hij heeft geheel vrijblijvend en vol passie de omlijsting gemaakt voor de voor Boxmeer belangrijke beeldengroep die na een omzwerving van vele jaren weer terug is in Boxmeer. Ligi Hermans vond het een hele eer om deze opdracht uit te voeren. Dat bleek ook op dinsdagavond 6 juni waarbij hij samen met voorzitter Dick Jetten het beeld mocht onthullen.