Het gestolen Zilver

2 zilveren zoutvaatjes en een mosterdpot.

Begin september 2011 werd er ingebroken in het museum van Boxmeer. Deze diefstal veroorzaakte veel ophef bij de Boxmeerse bevolking en bij al degenen die de Boxmeerse cultuur een warm hart toedragen. Men was er kapot van. In de landelijke media kreeg het veel aandacht. Er werd zelf een hoge beloning uitgeloofd voor het terugbrengen van het gestolen zilver.   

De Historische Vereniging Nepomuk Boxmeer was uiteraard ook zeer teleurgesteld toen bekend werd dat het Boxmeers zilver was gestolen uit het Kasteelmuseum van de zusters van Julie Postel. Zij had immers meegewerkt aan de aankoop van de verschillende zilveren voorwerpen, waaronder de 2 zoutvaatjes en een mosterdpot. De voorzitter van Nepomuk Dick Jetten en zilverkenner Herman van Cuijk haalden samen de voorwerpen op bij PAN in Amsterdam, een beurs voor kunst, antiek en design.

De interesse van Dick Reijnen in het Boxmeers zilver, kreeg zijn beslag tijdens de organisatie van de tentoonstelling  "Pronkstukken van Boxmeerse zilversmeden" in de Nepomukkapel in 1995.

Talrijke voorwerpen van Boxmeerse zilversmeden werden toen in de Nepomukkapel tentoongesteld. Dat kon in die tijd nog zonder zich echt zorgen te maken over een eventuele inbraak, alhoewel de mooiste en kostbaarste zilverwerken 's nachts veilig werden opgeborgen en enkel bestuursleden van Nepomuk 's nachts in de kapel sliepen om het zilver te bewaken.

Nadat de Gemeente Boxmeer, direct na de diefstal, een lijst van gestolen voorwerpen bij Dick Reijnen bezorgde, is zijn speurtocht op internet begonnen. 

De secretaris van Nepomuk, Dick Reijnen, zag zijn inspanningen op internet na 3 jaar eindelijk beloond. Na een jaar speuren werd de moed al bijna opgegeven met de gedachte dat het zilverwerk nooit meer gevonden zou worden. De algehele mening onder de Boxmeerse bevolking was dat het zilverwerk wel omgesmolten zou zijn.

Begin 2014 werd de zoekactie weer geïntensiveerd, hetgeen resulteerde in de vondst van enkele stukken van Boxmeerse zilversmeden die niet tot de gestolen voorwerpen behoorden, dacht Dick tenminste.

In de Gelderlander van begin juli 2014 stond een publicatie over een teruggevonden zilveren cabaret of dienblad door een antiquair in Nederland, dit meldde bij de politie van Boxmeer. Herman van Cuijk, zilverkenner uit Boxmeer, herkende het stuk en bevestigde dat dit cabaret  behoorde tot de gestolen collectie zilveren voorwerpen.
 Het zilveren cabaret van de Boxmeerse zilversmid Christiaan Rijke.

Door deze publicatie in de krant kwam een en ander bij Dick Reijnen in een stroomversnelling. Het gestolen zilver was blijkbaar niet omgesmolten en bevond zich hoogst waarschijnlijk nog op diverse plaatsen in Nederland.

Uiteindelijk bleek dat er zich in de verzameling van Dick Reijnen toch een voorwerp bevond die tot de gestolen voorwerpen behoorde en wel een tasbeugel  met het meesterteken P.A.T, Petrus Anthonius Theonville, zilversmid te Boxmeer. Deze tasbeugel was door Dick aangekocht bij een gerenommeerd familiebedrijf in het midden van het Land. Na een intensieve vergelijking van het voorwerp met foto's op de bestaande lijst werd een en ander duidelijk. Er werd na deze ontdekking door Dick Reijnen meteen aangifte gedaan bij de politie van Boxmeer, die er een uitgebreid rapport van opmaakte.

Intussen werd de Gemeente Boxmeer door Dick Reijnen erop gewezen dat er bij een firma ergens in Nederland, die ook handelde in zilver, een tasbeugel te koop werd aangeboden met het meesterteken CR, van zilversmid Christiaan Rijke en die ook op de lijst van de gestolen voorwerpen stond. De Gemeente Boxmeer heeft die tasbeugel meteen aangekocht en Dick heeft de zilveren tasbeugel met het meesterteken P.A.T  bij de Gemeente Boxmeer terugbezorgd. Over al deze zaken is er ook diverse malen contact geweest met de betrokken Verzekeringsmaatschappij.

Tasbeugel meesterteken P.A.T

Uiteindelijk bleek, na verder speurwerk, dat de 2 firma's die de zilveren voorwerpen in hun bezit hadden en ter koop aanboden, deze stukken ter goeder trouw eerder gekocht hadden bij een veilinghuis.

Op internet werden de 2 zoutvaatjes en een papschuitje getraceerd. Helaas waren deze voorwerpen al verkocht. Ze bevinden zich dus nog ergens in Nederland. De vraag blijft of deze voorwerpen nog terug te kopen zijn.

De zoektocht gaat verder.

Voor zijn speurwerk naar het zilver werd Dick Reijnen op de nieuwjaarsreceptie door burgemeester Karel van Soest gehuldigd met een oorkonde Bijzondere Burger en ambassadeur van de Gemeente Boxmeer.

Dick Reijnen, secretaris Nepomuk.